«Alles lupt oup wielkes» voor zesde Ploegfeesten

Landskouter maakt zich op voor de zesde Ploegfeesten, op zondag 9 september. In 2006 werd het Ploegmonument op de Rooberg — een herstelde boerenploeg die door smid Roger Bockstaele voorzien werd van twee raven — ingehuldigd met een stoet en hapjes. In 2007 volgde dan de eerste editie van de Ploegfeesten, die elk jaar begin september doorgaan.

“Alles lupt oup wielkes” is het thema van dit jaar. De voorgaande jaren hebben we de inwijding van de roepsteen meegmaakt, de oorlogsperiode alsook de doop en trouw van de reuzen Rie en Lea. Dit jaar is er de modernisering van Landskouter in de jaren zeventig.

de affiche van de Ploegfeesten anno 2012 (ontwerp Kris Bekaert)

Agathaworp

De dag start met de mis om 9.30 u. Als het mooi weer is wordt die buiten gehouden in de pastorietuin, voorgegaan door Padre Renaat vanop de boerenkar. Nieuw dit jaar is de Agathaworp waarbij de winnaar een prachtig kunstwerkje van de hand van kunstsmid en medewerker Roger Bockstaele kan winnen. De hoofdpersonages (burgemeester, pastoor en champetter) zullen vanop het dak van feestzaal Agathea zakjes snoep (met guimauvekes in de vorm van Onze Lieve Vrouw beeldjes, vandaar de naam Agatha naar de patroonheilige van Landskouter) naar de bevolking gooien. In twee van die zakjes zit een goedkleurig Agatha’tje en deze komen in aanmerking voor de prijs.

Op de tonen van de fanfare Voor God en Vlaanderland uit Scheldewindeke maken we er terug een gezellige culinaire wandeling, langs de Stuivenberg (soep) en de Rooberg (boterham met preskop en Delirium) richting hoeve Callaert (hoofdgerecht en dessert). De stoet wordt ook begeleid door een achttal oude tractoren; de reuzen Rie en Lea zijn ook op post. In de eerste plaats een ode aan de laatste boeren van Landskouter, zijn de Ploegfeesten ook een verbroedering tussen jong en oud, autochtonen en nieuwe inwoners.

Facebookpagina

Wie nog geen kaarten heeft voor de culinaire wandeling zal moeten wachten tot volgend jaar want ze zijn allemaal de deur uit. Wel is iedereen welkom vanaf 14.00 u op de hoeve Callaert (hoek Rooberg en Geraardsbergsesteenweg) voor een namiddag welke muzikaal opgeluisterd zal worden door de Boerkes van Beerse. Er is ook kinderanimatie voorzien (kindergrime en springkasteel). Een vijftigtal medewerkers staan borg voor een geslaagde hoogdag in ons dorp. Drie stewards zorgen ervoor dat het verkeer omgeleid wordt tijdens de wandeling.

het Ploegteam achter de Ploegfeesten…

Het evenement heeft intussen ook een facebookpagina geopend. Bezoek gerust de pagina facebook.com/ploegfeesten. U vindt er foto’s terug van alle vorige edities en blijft er op de hoogte van de laatste nieuwtjes.

Share Button

Neos-Paasfeest met Bart Verhelle en Arnold Sercu

Landskouter, 17 april. Neos-voorzitter Guido Vervust mag zesennegentig Neos-senioren verwelkomen. Zijn intro spreekt voor zich: “Pasen is opnieuw beginnen, denkend aan Hem, die leven is. Pasen is zich steeds bezinnen op alles wat ons gegeven is. Pasen is je handen vouwen en denken dat je nu nog leeft. Pasen is mogen vertrouwen, dat er Iemand is die altijd om je geeft! “

Het zang- en muzikale duo, Bart Verhelle en Arnold Sercu beginnen aan — wat later zou blijken — een amusementsvolle namiddag. Zoals ze zelf beweren : ze treden graag op voor senioren, dit zijn junioren met ondervinding. Met Herman van Veen zetten we alle zorgen opzij : “Opzij, opzij, opzij, vallen, opstaan en weer doorgaan.” Doorgaan doen we met Annie MG Smidt: “Op een mooie Pinksterdag, als het even kon, liep ik met mijn dochter aan het handje.”

Troubadour Miel Cools doet ons nog meer “Houden van, houden van, ’t is vaak niet bijzonder, ’t is vaak niet zo’n wonder, maar geen Neos-mens die zonder kan.” Tussen de liederen door vertelt Bart, als bindweefsel, enkele fijne moppen. Zijn vrouw: “We zijn vijfentwintig jaar getrouwd. Onze overburen zijn dertig jaar getrouwd. Nog elke morgen krijgt zijn vrouw drie kussen vooraleer hij naar zijn werk vertrekt. Waarom doe jij dat niet?” Bart : “Schatje toch, ik ken die vrouw niet zo goed.”

Onze Neos-vrienden zien er allen stralend uit, mooi uitgedost, … je zou voor minder. Dorus Manders heeft minder geluk: er wonen twee motten in zijn oude jas. Hij noemt haar Charlotte en hem noemt hij bas. Wij zetten onze muzikale weg voort naar ‘het dorp’ van Wim Sonneveld : “En langs het tuinpad van mijn vader, zag ik de hoge bomen staan. Ik was een kind en wist niet beter, ik dacht dat het nooit voorbij zou gaan.” Bart vertelt: “Een GPS helpt je niet alleen de juiste weg vinden, hij controleert ook je lichaamsgewicht. Toen Bart bij Agathea arriveerde, kreeg hij te horen : U bent aangekomen.” Toen Jo Leemans ‘een heel klein meisje was’, vroeg zij haar moeder : “Wat zal Neos zijn?” Haar moeder antwoordde : “Que sera, sera, wat zijn moet dat zal zo zijn, de toekomst die blijft geheim, que sera, sera!”

Onze muzikale artiesten vervolgen met een Nederlandse potpourri: elke morgen om half zeven, kleine kokette Katinka, Jan Klaasen was trompetter, als de lente komt, ik geef je een roosje, kijk eens in de poppetjes van mijn ogen. Vooraleer te pauzeren gaan we met Toon Hermans naar ‘Café Biljart’. Oom Arie en ome Willem vonden er energie ‘op het kleine stukje groen voor ’t eenzame hart’.

Bart Verhelle (links) en Arnold Sercu luisteren het Neos paasfeest op (foto Eddy De Moor)

Na de pauze wordt ode gebracht aan het historisch volkslied, het Oud-Nederlandse lied. We volgen Annemarieken naar den buiten al bij de soldaten. Reeds honderd jaar zingt: “Een smidje in zijn smisse, die zong de hele dag. Een meisje op haar kamer die had dat lied gehoord. Zijn stemme klonk zo helder bij iedere hamerslag.” Om onze zuiderburen te plezieren zingen wij met : “Le chevalier de la table ronde : oui, oui, non, non”. De mannen knikken ‘oui’, de vrouwen roepen ‘non’ (zoals ‘madame non’).

Terwijl het hier lekker aangenaam is in Agathea tikt de regen tegen de ruiten. Het is lente, maar ‘Des winters als het regent, dan zijn de paadjes diep.’ Ook Vader Abraham verkiest de gezellige warmte : “Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en tevree”. Vermoedelijk allen Neos-leden. Bart: Mijn moeder heeft me geleerd tevreden te zijn met wat je hebt. “Je moet met minder tevreden kunnen zijn”, zei ze,… tot ze mijn schoolrapport zag. Aan de haven zag Bobbejaan Schoepen : “De lichtjes van de Schelde”. Deze meezinger doet het Neos-hart wat sneller slaan.

Met een vlieger, van de haven aan de Schelde naar Gent is een niemendal. Voor ’t Vliegerke’ van Walter De Buck was dit geen sinecure, want zijnen steert was geen chique toebak weert en op één twee drei pardaf, de koorde schoot eraf. Hij was gaan vliegen al mee de wind. Pianist Arnold is nog altijd verliefd op zijn vrouwtje Tine. De tranen komen hem in de ogen bij : “Tineke van Heule, ons maartje, kan werken gelijk een paardje.” Kan een feestnamiddag nog beter uitgezongen worden dan met het concerto van Johan Stolz: “Concerto voor jou, Natasha, speel ik op ’t klavier van mijn hart.” We krijgen er niet genoeg van, ‘we want more’. Deze twee Westvlaamse artiesten ronden af met Willem Vermandere : “Lat mie moar lopen langs de stroaten, ik en mijn lief, da’k zo gieren zie.

Terwijl Willem en z’n lief verder genieten tot ’s avonds loate, genieten wij van een heerlijk avondmaal: rundsbrochette van Limousin met nog veel smakelijks, een glas rode of witte wijn naar eigen goesting en een vanille-ijs als afsluiter. Wij hoorden maar één geluid: “Het was een top-namiddag, proficiat mensen, doe zo voort !” Dank je wel, lieve vrienden, dit doet ook ons deugd. “En genieten doen we tot ’s avonds loate, en dichte sloapen, ik en zie.”

Share Button

Koningsviering kaartmaatschappij Aelmoesenijevrienden

Landskouter kent geen grenzen meer, geen hinderpaal, geen muur belet de toegang tot dit dorpje, oase van rust, plekje van stille gezelligheid, bron van geestelijke ontspanning. Voor die ontspanning zorgden vierenveertig jaar terug een tiental dorpsgenoten-kaartvrienden voor de start van een vereniging die zou uitgroeien en bloeien door de jaren heen. Jaar na jaar genoten zij mee van het succes van hun Landskouterse vrienden, kaartkoningen en -prinsen van eigen bodem. Onze maatschappij kreeg uitstraling, kreeg weerklank buiten de Landskouterse stadsgrenzen. Met de jaren stellen wij vast — en daar treuren wij zeker niet om — dat met regelmaat een getransfereerd kaarttalent onze plaatselijke kaarters komt aftroeven.

Zo deed ook René De Winne, een drietal jaar geleden overgewaaid vanuit Oosterzele. Hij was het vlug gewoon bij ons — achteraf bekeken een beetje te vlug — dat hij reeds voor de tweede maal op rij met de hoogste titel gaat lopen. René deed zijn entree langs de grote poort. Hij kon zijn kaarttalenten niet verbergen. Maand na maand, twee jaar tereke, kaartte hij mee aan de leiding, zeker van zijn kunnen, zonder luidruchtig misbaar, maar vastberaden, met een zekere dosis geluk die er bijhoort als het zout bij de soep, om eerlijk te zijn, het zijn veelal dezelfde die dat geluk zelf maken, die dat geluk kunnen forceren. Hij begon de twaalfde kaartbeurt met een redelijke voorsprong van vier punten, maar toch kon hij er niet volledig gerust in zijn, je weet maar nooit. Maar, geen nood, hij deed wat hij moest doen : hij won zijn kaartbeurt, de zege was binnen.

kaartkoning René De Winne

Ik wil even terugblikken op de kaartresultaten van René het voorbije kaartjaar: vanaf september heeft hij de leiding genomen om ze niet meer af te staan. Uiteindelijk heeft hij met een voorsprong van zeven punten de hoogste titel behaald. Met zijn 173 punten op 180 behaalt hij 96,11%; dit staat voor de vermelding ‘Uitmuntendheid’of ‘Primus inter pares’, de eerste onder zijn gelijken.

Beste kaartvrienden, wij kunnen ons geen kaartavond meer indenken zonder onze secretaris, Eric Van de Vijver, achter zijn ‘pupieterke’, naarstig inschrijvend, blad omdraaien en terug en nog eens draaien en nog eens terug, lippenijpend op zijn reclamestylo, matig smakkend aan zijn altijd bijna lege glaasje gini of meestal ander nat, onverwachts de kaarters storend met zijn al te luid teerlinggeschud.

(vlnr) koning De Winne, burgemeester Van Durme en prins Van De Vijver

Eric, reeds jarenlang zet jij je in voor onze vereniging in taal en teken. Bij om het even welke vergadering of feestelijke gebeurtenis — zoals vandaag — ben je de spreekbuis van de bestuursleden en leden. Je was de man die het steeds ‘zegde’. Eric je bent met de jaren gegroeid en vergroeid met je kaartmaatschappij, met je kaartvrienden. Je bent vandaag niet onze koning, dat wel niet, maar je bent nu voor minstens een jaar lang ‘Prins van het Land van Landskouter’.

de kaartmaatschappij Aelmoesenijevrienden

Het viel de eerste maanden niet op, maar je kaartte je steeds vooraan, klaar voor de mooiste plek op het podium. Vanaf juli — met een zesde plaats — verbeterde je klassering stelselmatig en vanaf december gaf je de tweede plaats niet meer af. Ondanks een klein verlies de laatste kaartbeurt slaagde je er toch in ons allen achter jou te laten. De prinsentitel is meer dan verdiend, Eric, omdat je een gedegen en geduldig kaarter bent, wat kan je genieten van een veelal (te)lang durende ‘boom’. Ik wil ook graag vermelden dat de toen nog piepjonge Eric reeds in 1994 de koningstitel behaalde.

Meer foto’s op http://foto.landskouter.be/#14.6

Share Button