Noordpoolpionier Pater Franz Van de Velde

Of ATAATA VINIVI (Vader Van de Velde) zoals de Inuit hem noemden omdat ze Van de Velde niet konden uitspreken.

Deze maand – 20 jaar geleden – overleed onze Ereburger Pater Franz Van de Velde op 92-jarige leeftijd. Hij werd in 1909 geboren in Landskouter als zoon van burgemeester/jeneverstoker Arthur Van de Velde en Gabriëlla Lanens, afkomstig uit Lier.

Pater Franz Van de Velde – origineel portret van fotograaf Guy Oosterlinck

Het gezin telde nog 2 missionarissen, broer Pierre in India en zuster Marie-Christine in Afrika. Geen verrassing daar, want vader Arthur was oorspronkelijk ook in het seminarie gegaan. Een andere broer (Jean) was de laatste jeneverstoker tot in 1950 en de laatste burgemeester van Landskouter tot aan de fusie der gemeenten in 1976.

In 1938 komt Pater Franz, na een reis van bijna 11 maanden, aan op zijn missiepost in Pelly Bay, zo’n 320 km boven de poolcirkel in de Hudson Bay van Canada.

Probeer je dit even voor te stellen vanuit je comfortabele corona-zetel… Immense sneeuw- en ijsvlaktes met daarin zijn rondzwervende Inuit-stam (zo’n 120 mensen) die het voedsel achterna trekt.Met als enig transportmiddel een slee getrokken door honden, met enkel een iglo als bescherming tegen het barre klimaat en primitieve jachtmiddelen om aan eten te geraken.

Dan denk je niet meteen aan zieltjes werven voor het geloof, neen dan denk je in de eerste plaats hoe overleef ik hier en dan word je verplicht om Inuit te worden onder de Inuit.

Begrijp mij niet verkeerd: het geloof van de Pater was rotsvast, getuige de hernieuwing van zijn geloften op latere leeftijd. Gedurende de 50 jaar dat hij — op verschillende plaatsen — bij de Inuit leefde realiseerde hij nog onnoemlijk vele andere zaken.

Steun voor de Inuit

Volgens een getuigenis vanuit zijn parochie: “Ataata Vinivi hielp de mensen, vooral zij die het armst waren. Hij gaf hen eten en kledij en hielp hen op zoveel uiteenlopende manieren. Ik denk dat we hem niet alleen zagen als onze priester, maar ook als iemand die over een ongewoon arsenaal aan vaardigheden beschikte. Hij deed letterlijk alles. Voor ons was hij een bouwvakker, een jager, een leraar, een dokter, een manager, een boekhouder, een maatschappelijk werker en soms zelfs een politieagent. Van de vele dingen die ik me herinner zijn het vooral deze woorden : «Help de mensen en bidt voor hen»”.

Ik mag daar aan toevoegen dat hij als eerste de taal van de Inuit in kaart bracht en de ijsberenpopulaties opvolgde. In 1984 slaagde hij er in om 313 door de Inuit benoemde geografische plaatsnamen of bijzonderheden, officieel te laten erkennen door de Canadese Overheid. Hij geniet algemene erkenning als etnograaf waar onderzoekers zich vandaag nog steeds op zijn veldwerk beroepen.

Pater Van de Velde bij de Inuit eskimo’s (foto Diocese of Churchill-Hudson Bay)

Enfin het totaalbeeld van zijn verwezenlijkingen is nauwelijks te vatten. Hij is steeds blijven ijveren voor de rechten van de Inuit, zowel op vlak van de gezondheidszorg, onderwijs en ecologisch bewustzijn.

Doorheen de jaren heeft hij echter ook de teloorgang van het traditionele Inuit-leven moeten aanschouwen. Zeker toen de Canadese overheid besliste om de bevolking onder te brengen in woonkampen. Verveling dreef sommigen in alcoholisme. Daarover zei hij: “Het enige goede aan deze evolutie is de daling van de kindersterfte”. Er stierven heel veel pasgeboren kindjes aan longontsteking in de iglo’s.

Hij heeft gelukkig ook nog mogen meemaken dat ‘Nunavut’ — het grootste noordelijkste deel van Canada — in 1999 officieel afgesplitst werd van de Northwest Territories, waardoor de Inuit meer zelfbeslissingsrecht kregen. Het is een van de meest afgelegen en dunbevolkte gebieden op aarde. Er wonen ongeveer 32.000 mensen in een gebied ter grootte van West-Europa.

Nieuwsbulletin op AVS naar aanleiding van het overlijden van Pater Van de Velde uit 2002

Terug in Landskouter

Vanaf 1986 woonde Pater Van de Velde terug in Landskouter. Eerst nog op de stokerij of ‘het Hof’ zoals de mensen van Landskouter het noemden. Daarna in een zijstraatje van de Bakkerstraat (het huis met de iglo op de gevel) en tenslotte tot aan zijn dood in 2002 in Zorgcentrum Lemberge te Merelbeke. 

Het liefst was hij bij zijn mensen op de Arctic gebleven en begraven. “Mijn grafstenen staan hier klaar”, zei hij nog in een interview begin jaren ’80. Hij miste vooral ook de horizon met de onmetelijke ijsvlaktes.

Nog een paar anekdotes

Zijn geboortenaam was Frans met ‘s’, maar opgroeiende tijdens de Vlaamse ontvoogding (de strijd voor de erkenning van het Vlaams) had hij een gloeiende hekel gekregen aan alles wat Frans was, zodat hij zijn naam met een ‘z’ is beginnen schrijven.

Eind jaren ’90 hadden we het genoegen hem een paar keer op ons woonerf (de stokerij aan de Betsberg) te hebben. Dan haalde hij herinneringen op uit zijn jeugd. Hoe ze ‘wort’ (een restproduct van de jenever) aan de kippen voerden, waardoor die dronken rondliepen. Of hoe ze nog met paard en kar naar achter konden daar waar nu onze living is. Of hoe de hond buiten de botermolen aandreef die binnen in ons washok stond.

Hij was blij te horen dat onze dochter Madeline noemde. Dat herinnerde hem aan Madeleine, het meisje dat hij ooit hielp geboren worden tijdens een vliegtuigreis.

Hij verrastte ons dan ook met een mooie tekst bij de geboorte van onze dochter. Wie zich verder wenst te verdiepen in zijn boeiende leven mag steeds contact met mij opnemen (Frank.Vandaele1@telenet.be). Er is massaal veel bronmateriaal, zowel in België als in Canada.

Share Button